- Nikita de Ruiter
- 15 jul
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 16 jul


Nederland wil de afhankelijkheid van CO2-intensieve bouwmaterialen uit het buitenland verminderen en de CO2-uitstoot in de bouwsector drastisch omlaag brengen. Het gebruik van eigen, duurzame biobased bouwmaterialen speelt hierin een sleutelrol. Deze materialen leggen CO2 langdurig vast in constructies zoals gebouwen, bruggen en wegen, en vervangen tegelijkertijd materialen met een hoge CO2-uitstoot zoals beton, bitumen of minerale wol. Om dit te versnellen, bereidt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een Innovation Impact Challenge (IIC) Biobased bouwmaterialen voor.
Nationale aanpak en doelstellingenĀ Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā
De Innovation Impact Challenge is onderdeel van de Nationale Aanpak Biobased Bouwen, een samenwerkingsverband van vier ministeries. De ambitie is om de hele bouwsector te stimuleren om in 2030 substantieel meer biobased bouwmaterialen toe te passen, met een concrete doelstelling van 400.000 ton in 2030. De overheid zoekt via deze challenge feedback vanuit de markt om de aanpak zo effectief mogelijk te maken.
Ā
Innovation Impact Challenge: R&D in opdracht van de overheid
Een IIC is een getrapte innovatiecompetitie waarbij de overheid ondernemers uitdaagt om innovatieve producten of diensten te ontwikkelen. Ondernemers met de best beoordeelde offertes ontvangen een contract voor een haalbaarheidsonderzoek. Alleen de allerbeste voorstellen komen daarna in aanmerking voor een R&D-contract om de innovatie verder te ontwikkelen en te demonstreren. Samenwerking met diverse partijen is hierbij een vereiste. Offertes worden beoordeeld op hun potentiƫle bijdrage aan biobased bouwmaterialen, technische haalbaarheid en de aanwezigheid van een verdienmodel.
VocThema's: van biogrondstoffen tot verwerking
De Challenge richt zich op het zodanig verwerken van Nederlandse biogrondstoffen en organische reststromen dat hieruit kansrijke, schaalbare bouwmaterialen of componenten voortkomen. Biogrondstoffen omvatten reststromen uit de land- en tuinbouw, speciaal geteelde gewassen en beheerstromen zoals bermgras en snoeiafval. Een rendabele businesscase vraagt om volledige verwaarding van een gewas, waarbij deelstromen ook buiten de bouw kunnen worden toegepast, mits er minimaal ƩƩn stroom voor de bouw is bestemd.
Binnen deze Challenge zijn twee hoofdthema's geĆÆdentificeerd:
Thema 1. Bioraffinage: Het chemisch-biologisch splitsen van biomassa, waarbij naast een bouwmateriaal ook waardevolle nevenstromen (zoals nutriƫnten of eiwitten) vermarkt kunnen worden.
Thema 2. Verwerken: Het mechanisch verwerken van vezels, om deze geschikt te maken als bouwmateriaal. Het doel is om zoveel mogelijk waarde uit gewassen en reststromen te halen, zodat de businesscase van de innovaties rondkomt.
Conclusie: Biobased materialen leveren een aantoonbare bijdrage aan duurzaamheid via CO2-opslag, hernieuwbaarheid en circulair potentieel. Ook op zomercomfort zijn voordelen zichtbaar, vooral in lichte bouwsystemen waar biobased isolatie bijdraagt aan faseverschuiving en warmtedemping. Deze effecten zijn echter sterk afhankelijk van de totale wandopbouw, de positie van thermische massa en het samenspel met andere ontwerpkeuzes. Gezondheids- en comfortclaims blijken minder onderbouwd in moderne, goed geventileerde woningen, en de invloed op jaarlijkse energieprestaties of netbelasting is bescheiden.
Gezochte input en vervolg
Ondernemers en organisaties worden actief uitgenodigd om feedback te geven op deze Challenge. Er wordt gevraagd naar de focus van de organisatie, kennis en ervaring met specifieke bouwmaterialen (zoals hars, lijm, isolatiemateriaal, plaatmateriaal, bouwblokken, vloeren, gevelplaten, dakbedekking), en een inschatting van benodigd budget en ontwikkeltijd voor een prototype. Ook wordt er gepolst naar interesse in het indienen van een voorstel.
GeĆÆnteresseerden kunnen aangeven of zij op de hoogte gehouden willen worden over de publicatie van de Challenge.






